Ik heb wel drie dochters die ik er af en toe op moet wijzen dat er geen bord “jeugdhuis” op mijn deur staat (als ze weeral tien vriendinnen hebben uitgenodigd) dus mag ik me ervaringsdeskundige heten :). Uit wellicht honderden discussies, gesprekken met ouders, persartikels en facebook commentaren wil ik toch een paar veelvoorkomende misverstanden uit de wereld helpen.
Commentaren zijn welkom :).
1. De kans dat uw kind hoogbegaafd is, is miniem.
Het aantal keer dat ik jonge ouders hoorde vertellen dat ze vermoeden dat hun spruit hoogbegaafd is exponentieel veel hoger dan het werkelijk aantal hoogbegaafden die er zijn. Als je de onbedwingbare drang voelt om uwe kleinen te laten testen op hoogbegaafdheid laat dan meteen ook een test voeren op jezelf op het “Mûnchausen by Proxy syndroom” dat hier wellicht in een bijzondere vorm aan de orde is :). Dit syndroom betekent een pathologisch zoeken naar aandacht bij medici en daarvoor je kind werkelijk ziek maken. Uiteraard is mijn vergelijking hier van de pot gerukt, maar er zit wel een logica in : waarom zijn er zoveel meer ouders (vooral de mama’s ja :)) die denken dat hun kind hoogbegaafd is dan er in werkelijkheid zijn? Uitspraken als “hoogbegaafd is geen luxeprobleem” zullen uiteraard niet helpen. Een hoogbegaafd kind is een “zegen”, zo zie ik het toch; dat die zogezegd wat lastiger kunnen zijn neem je er maar bij; een uitermate agressief kind is dat ook, en dat is geen zegen. Ter verduidelijking, van hoogbegaafdheid wordt er meestal gesproken bij een IQ boven de 130, en dat gaat over 2,5% van de bevolking, niet 25%. Toch heb ik wel begrip voor dat gevoel bij de ouders, want zeker als ze klein zijn willen dat ons kind speciaal is en we zoeken daar een uitlaatklep voor, Praktisch : denk gewoon twee keer na, over je gevoel, zoek je niet vooral een “afstraling” van de “speciaalheid” op jezelf? En mocht het zoal zijn is het betwistbaar of het teveel aandacht geven het fenomeen de levenskwaliteit van uw kind wel zal verhogen, ons onderwijs is misschien niet geschikt om de absolute uitzonderingen (de 0,25 % begaafdsten) te gidsen maar kan echt wel om met de rappere en slimmere kinderen, die vinden trouwens in een algemeen stimulerende omgeving voldoende mogelijkheden om hun capaciteiten uit te leven en te ontwikkelen.
2. Geluk kan je niet “delegeren”.
Uiteraard is voor ouders het geluk van hun kinderen terecht ons belangrijkste streven. Uiteraard hebben we het beste met hen voor. Maar als ik uitspraken hoor : “mijn kinderen zijn alles”; of “enkel het geluk van mijn kind telt”, of nog ”hij cijfert zich volledig weg voor zijn kinderen”, heb ik toch wel bedenkingen. Ten eerste : je helpt er je kind niet mee vooruit, integendeel : als je je kind constant herinnert aan het feit dat je pas gelukkig kan zijn als zij het zijn, dan werkt dat enorm belastend : “oei, ik ben hier verantwoordelijk voor het geluksgevoel van mam of papa”. Geluk kan je niet delegeren, en dat is wat we dikwijls doen in die situaties, we moeten zelf niet gelukkig zijn, als zij het maar zijn, helaas werkt het zo niet. Het is beter dat je zelf een vorm van balans en geluk uitstraalt en je kinderen zonder “geluksdwang” zichzelf laat zijn. Nochtans is ook deze reactie heel begrijpelijk, gedurende generaties hebben ouders er naar gestreefd om er voor te zorgen dat hun kinderen het “beter” hebben dan zichzelf; in bepaalde delen van de wereld is dat noch steeds relevant, maar niet in onze contreien. De meeste kinderen die nu opgroeien zullen het (materieel) niet beter hebben dan hun ouders, integendeel. We kunnen er anderzijds wel naar streven dat ze het geestelijk beter hebben en hen andere waarden dan het materiële meegeven, waar het tot twintig jaar geleden toch vooral om ging.
3. Begin (pas) aan kinderen als je voor jezelf kan zorgen.
Dit zal wellicht gemengde reacties oproepen, maar ik sta volledig achter mijn uitspraak. Betekent dit dat enkel “rijke” mensen kinderen op de wereld mogen zetten? Neen, absoluut niet! Maar ik zie er de grote maatschappelijke rechtvaardigheid niet van zin als je kinderen op zet wereld wil zetten terwijl je (of jij samen met je familiale omgeving) niet eens in staat zijn om voor jezelf te zorgen. Ik heb het hier niet alleen over het materiële, maar ook over het geestelijke, als je met jezelf nog zodanig in de knoop ligt moet je niet zo nodig voor een nageslacht zorgen dat je problemen van bij de geboorte meekrijgt. Een kind is niet voor je persoonlijke emancipatie alleen! Dit gezegd zijnde ben ik realistisch genoeg om te weten dat deze boodschap niet overkomt en als maatschappelijk onwenselijk beschouwd wordt. Ongeacht of de ouders er nu al of niet voor klaar waren, op welk vlak dan ook, de maatschappij als geheel moet er wel maximaal voor zorgen dat elk kind dat op de wereld komt zich welkom voelt in de gemeenschap; die verantwoordelijkheid is collectief.
4. Mag een pedagogische tik?
Zweden is het enige land, voor zover ik weet, waar een “pedagogische tik”, strafbaar is. Hoewel we er heel hard moeten over waken dat er kindermishandeling niet plaatsvindt, is dergelijke wet, die ook al in België op tafel gekomen is, er zwaar over volgens mij. Gezinsgeweld en mishandeling is nefast en overschrijdt generaties, het verzuurt samenleven. Ouders het recht ontzeggen om “fysiek” in te grijpen waarbij ze hun kinderen op hun plaats zetten zonder ze pijn te doen, lijkt me ook “verkrampend” te werken. Dat je kan zomaar kan opgepakt worden door de politie ervoor bewijst het geval van de Italiaanse politieman die zijn twaalfjarige zoon er nogal hardhandig op wees dat hij een restaurant moest binnengaan in Stockholm; wat een banaal gezinsincident zou geweest zijn in Italië werd een familiedrama in Zweden; de man werd opgepakt en bracht drie dagen in de cel door.
De pedagogische tik verbieden lijkt me nogal wereldvreemd, iedereen weet dat kinderen je soms het bloed vanonder je nagels kunnen treiteren en dat je de situatie pas opgelost krijgt door, zonder pijn te veroorzaken, ze met een licht tik op de handen tot de orde kan krijgen. Met een wet hiertegen ga je de echte geweldenaars trouwens niet tegenhouden.
Als ervaringsdeskundige : ik geloof dat ik één schop en één tik van mijn vader gehad heb, zonder pijn en met enkel een schaamte gevoel als gevolg. Van mijn moeder daarentegen heb ik nogal wat meppen gehad toen ik al een “kwajongen” was; ik houd er geen enkele nare herinnering aan over. Mijn drie dochters hebben elk één keer een pedagogische tik gekregen van mij, ik denk niet dat ze erdoor getraumatiseerd zijn.
Conclusie : het is heel gevoelige materie, geen enkel goedbedoelende ouder wil zijn kinderen pijn doen; dat er sensibilisatie moet zijn om geweld onaanvaardbaar te maken spreekt voor zich. Betutteling zoals in Zweden moeten we hier vermijden.